‘Kijk bij brandveiligheid verder dan wettelijke regels’
Opmaat naar risicogericht advies en toezicht
Als een pand voldoet aan de wettelijke eisen, blijkt dit nog geen garantie voor een brandveilige woon- en verblijfsomgeving. Het is de reden dat RPS voor haar klanten steeds meer opschaalt van regelgericht naar risicogericht denken. Brandveiligheidsadviseur Wouter Nuijten legt met praktijkvoorbeelden uit waarom dat zo belangrijk is.
Verdiepingsslag bij brandveiligheidsinspectie
De brandweer sloeg afgelopen week de noodklok in diverse media-uitingen. Zij maakt zich grote zorgen over de brandveiligheid in hoogbouw, omdat hun hoogwerkers maar tot 30 meter hoogte reiken. Brandweercommandant Lieben pleit daarom onder meer voor het gebruik van betere bouwmaterialen. Zo kan het brandgevaar worden beperkt door brandwerende wanden en deuren en technische installaties, zoals sprinklers. Juist daar zit de crux, omdat brandveiligheid bij veel organisaties helaas nog vaak ‘onderaan de prioriteitenlijst’ staat.
Voldoen aan het Bouwbesluit blijft altijd het vertrekpunt. Dat Bouwbesluit bevat voorschriften met concrete prestatie-eisen voor de brandveiligheid voor gebouwen met een hoogste verdiepingsvloer tot 70 meter boven meetniveau. Voor een wezenlijk hoog brandveiligheidsniveau is echter een extra verdiepingsslag nodig, constateert brandveiligheidsadviseur Wouter Nuijten. Niet zozeer in de wettelijke rechten en plichten, maar in het risicogericht denken. Dat is maatwerk en vereist een ruimere blik bij een brandveiligheidsinspectie.
Kwetsbare groepen
Wouter geeft een voorbeeld van een gebouw waar kwetsbare groepen wonen. “Het Bouwbesluit maakt geen afweging wie er in gebouw woont, terwijl het wel verschil maakt voor de risico’s. Kijk naar seniorenwoningen. Ze worden langer bewoond dan waar ze oorspronkelijk in de jaren zeventig voor gebouwd zijn. Zo verblijven mensen niet meer tot hun 55ste, maar 85ste levensjaar in een appartement. Volgens de richtlijnen van het Bouwbesluit voor bestaande bouw mag een vluchtroute dan maximaal 75 meter bedragen. Maar is dat nog wenselijk voor iemand van 85 jaar?”
Waar het Bouwbesluit tijdens de brandveiligheidsinspectie wel op wijst, is dat de woningen naast het trappenhuis zorgen voor een brandoverslagrisico naar het trappenhuis. Collega Robin Bout legt uit: “We troffen zowel op de begane grond als op de eerste verdieping geen brandwerend glas aan in de kozijnen. Daarmee wordt niet aan de Weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag (wbdbo) eis van 20 minuten voldaan. Daarnaast is er bij het trappenhuis een open bovenlicht voor ventilatie wat de brand sneller verspreidt. Verder merkten we dat de brandscheidingsdeur van en naar naar het trappenhuis opengehouden wordt met een wig”, bekijkt de brandveiligheidsadviseur het inspectierapport terug.
Risicogericht denken
Het Bouwbesluit stuurt primair op het beveiligen van de compartimenten. Als de beheerder deze koe bij de horens pakt, voldoet hij aan de regelgeving. Maar is het dan ook daadwerkelijk veiliger? Wouter wijst erop dat de eerste verdieping slechts één vluchtroute heeft. De bewoners lopen dus het risico langs een brandende woning te moeten vluchten naar het trappenhuis. Maar het Bouwbesluit rept met geen woord over het creëren van een tweede vluchtweg.
“Door ook een trapconstructie aan de andere zijde te plaatsen, ben je met het oog op je risicobeheer veel doeltreffender. Het brandwerend scheiden van het trappenhuis met de eerste verdieping is dan minder relevant”, verklaart Wouter de alternatieve oplossing.
Waar de autoriteiten in de klassieke benadering van brandveiligheidstoezicht doorgaans niet verder komen dan het afvinken van lijstjes met wettelijke eisen, beoordeelt de brandveiligheidsadviseur de situatie vanuit een breder perspectief. Door aan de voorkant risicogericht mee te denken over de brandveilige inrichting en het gebruik ervan. Niet alleen speel je daarmee gerichter op de concrete bedreigingen in, ook biedt het kansen. Simpelweg omdat de opdrachtgever soms geld bespaart met de te nemen maatregelen. Zo ben je voor het inrichten van een extra vluchtroute bijvoorbeeld goedkoper uit, dan voor het brandwerend uitvoeren van alle ramen.
De mens blijft belangrijkste factor
Gedrag loopt niet in pas met preventieve maatregelen
Voldoe je als pandeigenaar aan de regels van het Bouwbesluit en zit risicogericht denken bij de betrokken partijen in de opwaartse lijn. Het gedrag van de mens bepaalt nog altijd of een pand daadwerkelijk brandveilig is. Brandveiligheidsadviseurs maken vrijwel dagelijks mee dat hier nog een belangrijke slag te winnen is.
Zomaar een doorsnee kantoor van een pand in het midden van het land. We kijken over de rug van brandveiligheidsadviseur Wouter Nuijten mee naar een kamer op de tweede verdieping. Omdat de deur openstaat, staan we meteen oog in oog met een medewerker die werkzaam is achter haar bureau. Zo op het eerste oog lijkt er niks aan de hand, toch?
Preventieve maatregelen brandveiligheid
De brandveiligheidsadviseur legt uit dat de kamer van deze medewerker rechtstreeks in verbinding staat met het trappenhuis. Niet alleen essentieel als vluchtroute, maar bij brand ook een belangrijke katalysator van het vuur en de rook over de verschillende verdiepingen. “Het is de reden om de toegangsdeur brandveilig uit te voeren, zodat de brand niet kan doorslaan op het trappenhuis”, legt Wouter uit. “Daarom is de zware massieve toegangsdeur voorzien van rode brandwerende strips en een deurdranger. Hierdoor valt de deur uit zichzelf automatisch dicht en klemt hij vast in het kozijn, omdat de strips bij hitte opschuimen.”
Toch maken de brandveiligheidsadviseur en zijn collega’s het in de praktijk geregeld mee dat collega’s – vaak uit onwetendheid – niet op de juiste wijze omgaan met deze preventieve maatregelen. In dit geval heeft de kantoormedewerker niet alleen een wig tussen de deur gezet voor de ventilatie, maar ook om toegankelijker te zijn voor binnenkomende collega’s.
Kortsluiting
Door naar de derde verdieping. Vlak bij het trappenhuis valt ons oog op de printer/plotterruimte, omdat de deur openstaat. Er staat een stoel voor om de ruimte open te houden. Medewerkers vinden het hinderlijk dat de brandveiligheidsdeur uit zichzelf dichtvalt. “Levensgevaarlijk”, waarschuwt Wouter. “Bij kortsluiting van de apparaten kan het vuur zich in deze papierwinkel razendsnel verspreiden het trappenhuis in. Met als gevolg dat deze niet meer veilig begaanbaar is om te ontvluchten.”
Kortom, zijn de zaken voor brandveiligheid goed geregeld, maar blijft het gedrag van de medewerker achter dan is er niet alleen bouwkundig- en installatietechnisch een slag te maken, maar ook organisatorisch. Ook dat is risicogericht denken. Want het begint altijd met de vraag: hoe belangrijk vind je brandveiligheid?
Wanneer heeft u voor het laatst gecheckt of uw pand veilig is?
Wanneer heeft u voor het laatst gecontroleerd of uw pand voldoet aan de huidige brandveiligheidseisen? Weet u waar de risico’s zitten? Wij helpen u graag met het in kaart brengen, prioriteren en geven van doeltreffende maatregelen. Bekijk de dienstenpagina voor brandveiligheid voor meer informatie.