Windpark Krammer, buiten de oevers van de comfortzone
Overheden omarmen groots burgerinitiatief.
In Zeeland verrijst in 2018 een uniek windmolenpark dat voor het eerst gebouwd wordt op een primaire waterkering. Projectdirecteur Tijmen Keesmaat vertelt hoe dit bijzonder burgerinitiatief zowel technisch als sociaal een uitdaging is.
Kritische omwonenden
Stevige intimidaties tijdens inspraakavonden. Zelfs tot het bespuwen toe. Als het gaat om het plaatsen van windturbines lopen de emoties soms hoog op. Tegenstanders daarvan laten zich nu eenmaal explicieter gelden dan voorstanders. Tijmen Keesmaat maakte het in zijn carrière diverse keren mee, maar laat zich er niet door beïnvloeden. Uiteraard sluit hij in zijn rol als projectdirecteur bij Windpark Krammer zijn ogen niet voor de belangen van kritische omwonenden. Maar samen met de 3500 leden van de coöperaties Zeeuwind en Deltawind heeft hij een missie: met windenergie een bijdrage leveren aan een groenere wereld.
204 voetbalvelden
In Krammer bleef het tijdens de inspraakavonden rustig. Terwijl de meeste beleidsmakers zich buigen over burgerparticipatie bij windprojecten, namen de inwoners van Zeeland en Goeree-Overflakkee, verenigd in de twee reeds genoemde coöperaties, juist zelf het initiatief voor één van Nederlands grootste windoplandprojecten. Vanaf een uitkijkpost op de toekomstige locatie spreekt Tijmen bevlogen over het project dat in 2018 gerealiseerd moet zijn. Op en rond de Krammersluizen, onderdeel van de Deltawerken, komen 34 windturbines van bijna 180 meter. Goed voor 100 megawatt aan stroom. Een opbrengst vergelijkbaar met 204 voetbalvelden vol zonnepanelen.
‘Keiharde nee’
De projectdirecteur wijst op een reeks dijken en dammen bij het sluizencomplex. Straks komen er windturbines op deze primaire waterkering. Dat is nog niet eerder in Nederland gebeurd. “Rijkswaterstaat treedt hiermee ver buiten haar comfortzone”, stelt Tijmen. “Ze zijn van een keiharde ‘nee’, naar een ‘nee, tenzij’ gegaan. Daar heb ik veel waardering voor.” Met Rijkswaterstaat aan de hand zijn allerlei onderzoeken uitgevoerd om de mogelijkheden feitelijk te onderbouwen. Want hoe voorkom je dat de dijken en dammen hun waterkerende functie niet verliezen? Hoe krijg je alles binnen zo’n uitdagende omgeving logistiek op zijn plek? En wat betekent dat voor de flora en fauna?
Dochter
Het zijn technische uitdagingen die er niet om liegen. Neem alleen al de aanleg van het tracé. Vijftien kilometer aan hoofdspanningsbekabeling moeten hun weg vinden onder de smalle dammen en door de kostbare gronden van agrariërs. “Onder het sluizencomplex worden buizen geboord waar mijn zevenjarig dochtertje doorheen kan lopen”, illustreert Tijmen de impact. “Voor het bepalen van de beste route met de minste overlast voor betrokkenen heeft RPS diverse tracéstudies uitgevoerd van het station in Middelharnis naar het nieuw te bouwen overgangsstation bij de Krammersluizen. Ook zijn diverse aanlegmethoden met RPS besproken. Zo werken we bijvoorbeeld met een kabelploeg die de bundel kabels tijdens het ploegen direct op diepte legt. Daardoor wordt het land van de agrariër maar één keer belast en is de aanleg- en structuurschade vele malen minder. Gelukkig zijn we er met deze grondeigenaren prima uitgekomen.”
Keukentafelgesprekken
Diverse keukengesprekken zijn daaraan voorafgegaan. Want de sleutel voor het welslagen van het project ligt volgens Tijmen in de dialoog met betrokken. Van omwonenden tot ambtenaren en van waterschappen tot milieuverenigingen. De projectdirecteur laveert voortdurend tussen de verschillende belangen. “Kijk, onderaan de streep moet dat windpark er gewoon komen, maar de vraag is in welke vorm. Het is belangrijk dat iedereen op de weg daarnaartoe binnen de randvoorwaarden meedenkt, zodat iedereen kan leven met het uiteindelijke resultaat. Daarbij gaat het écht niet alleen om het sentiment. Vaak betreft het essentiële belangen die omwonenden treffen, zoals geluidsoverlast, slagschaduw en de waardevermindering van de woning. Bij dit windpark zijn die aspecten minder van belang, omdat de dichtstbijzijnde woningen op meer dan een kilometer zitten.”
Vleermuizen
Belangrijk zorgenkindje is wel het ecologisch gebied rondom de Krammersluizen. Kraamkamer van vogels en vleermuizen. Het domein ook van de grootste roofvogel van Europa, de zeearend. “Het beschermen van deze dieren vormt één van de belangrijkste randvoorwaarden binnen het project”, legt Tijmen uit. Hiervoor zijn vliegroutes nauwlettend in kaart gebracht en afgebakend. Daar komen geen windturbines. Verder wordt het windpark uitgerust met cameradetectiesystemen. Op het moment dat zij vogels en vleermuizen in het vizier krijgen, stoppen de wieken met draaien.
Een windpark vergt mede door dit soort maatregelen een investering van tweehonderd miljoen euro en dat gaat met CO2-uitstoot gepaard. “Maar binnen zes maanden produceert een windpark meer energie dan dat het bij de bouw aan onder meer CO2-uitstoot heeft gekost”, pareert Tijmen de energetische terugverdientijd. “Bij een zonnepaneel ligt de terugverdientijd op vijf jaar”, aldus de projectdirecteur die eerder onder meer windparken in Zuid-Afrika, Frankrijk en Italië realiseerde. “Ik vind het fascinerend een bijdrage te leveren aan projecten die niet enkel op papier bestaan, maar ook écht een project in de echte wereld wordt. Als ik die wereld daarmee beter achterlaat, dan dat ik hem aantrof ben ik gelukkig.”