Wat is de beste plek voor natuurvriendelijke oevers?

09.04.20

Snel en doeltreffend antwoord op basis van geo-informatie


Vanuit een
geografisch informatiesysteem in één oogopslag zien of een perceel geschikt is voor natuurvriendelijke oevers. Dat bespaart veel uitzoekwerk. Maar hoe verzamel en benut je die data het best? GIS-specialist Lucien Aspeling van RPS vindt voor Waterschap Rivierenland de meest geschikte locaties door het slim combineren van analyses uit verschillende bronnen.

RPS-artikel-natuurvriendelijk-oever-lucien-aspeling
Lucien Aspeling

Bij natuurvriendelijke oevers, een geleidelijk aflopende overgang van land naar water, is het niet alleen prettig toeven voor waterplanten en -dieren. Ook komt het de waterkwaliteit ten goede en worden de mogelijkheden voor waterberging verruimd. Daar waar het mogelijk is, legt een waterschap dus graag natuurvriendelijke oevers aan, het liefst in lange aaneengesloten trajecten.

RPS-artikel-natuurvriendelijke-oevers-plasberm-beschoeiing

Onderbouwde keuzes

Voor Waterschap Rivierenland reden om haar werkgebied eens grondig te ontleden op zoek naar de meest kansrijke percelen voor de aanleg van natuurvriendelijke oevers. Weet de gebiedsbeheerder nog een goede locatie? En wie vraagt dan de bestemmingsplannen op en alle andere data van belemmeringen?

Dit zijn vragen die je op ad hoc basis kunt beantwoorden. Maar het kan anders, effectiever en efficiënter vooral, volgens Lucien Aspeling, GIS-specialist bij RPS. Door het slim combineren van digitale gegevens en met het maken van slimme vraagstellingen in een geografisch informatiesysteem (GIS) maak je vanuit je bureaustoel onderbouwde keuzes.

Diepgaande analyses

Uitgangspunt vormt de sinds 2017 gratis en digitaal ontsloten (als open data) beschikbare Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT) waarin alle gebouwen, wegen, waterlopen, terreinen en spoorlijnen in Nederland eenduidig zijn vastgelegd. Daar wordt vervolgens een schil met projectspecifieke informatie overheen gelegd waarmee diepgaandere analyses gemaakt kunnen worden. Dit gebeurt met ArcGIS Pro, de nieuwste GIS-software van ESRI.

“In feite is het een klassieke GIS-opgave waarbij je de belemmeringen per perceel beschouwt”, begint Lucien. “Je legt met ArcGIS als het ware verschillende lagen van mogelijke boven- en ondergrondse obstakels over de BGT heen. ArcGIS werkt dan als een zeef om die belemmeringen één voor één af te pellen.”

RPS-artikel-natuurvriendelijk-oever-lucien-aspeling-analoge-kaart
BIJ RPS maken de adviseurs naast digitale toepassingen soms ook nog de analoge kaart.

Grof naar fijn

Zo beschouwt Lucien de kansrijke gebieden links en rechts van de waterloop. “Voor een natuurvriendelijke oever heb je 8 meter nodig en een onderhoudspad van 4 meter. Dat betekent dus 12 meter aan weerszijden van de waterloop.”

Bij het doorlopen van alle belemmeringen doorloopt de GIS-specialist maximaal vijf achtereenvolgende stappen. Hij werkt van grove naar fijne belemmeringen. “Je begint bij de mogelijk bovengrondse fysieke obstakels. “Staan er bomen? Ligt er een weg? Deze informatie kun je direct uit het BGT halen.”

Zijn er bovengronds geen belemmeringen, dan ga je een verdieping lager. “Liggen er kabels en leidingen? Dan laden we die informatie van het Kabels en Leidingen Informatiecentrum (KLIC) in. Zo overzie je direct hoe het er per perceel voorstaat. Mocht er bijvoorbeeld een enkele kabel of leiding dwars over het perceel lopen dan, is het vaak nog niet onoverkomelijk”, weet Lucien.

Stapsgewijs

Als het perceel met succes door deze schifting komt, volgen er achtereenvolgens nog digitale onderzoeken naar bestemmingplannen, archeologie en dijkbeschermingszones als mogelijke obstakels. Het resultaat van elke stap heeft invloed op het doorgaan van percelen naar een volgende stap. “De valkuil is dat je bij zo’n onderzoekstraject alles wil weten. Dat kost veel tijd en is niet efficiënt. Door voortdurend stapsgewijs te selecteren voorkom je dat”, ervaart Lucien.

Het waterschap ontvangt per gebied een digitaal bestand met overzichtskaarten met de geselecteerde percelen die aan de criteria voldoen. Op basis daarvan hebben de projectleider en de grondverwervers een volledig uitgediept beeld van welke percelen het beste aangekocht kunnen worden.

RPS-artikel-natuurvriendelijke-oevers-data-inwinnig-analyse

Proces in beeld

Hoe verloopt zo’n inventarisatieproject concreet? We nemen je mee in de cyclus die Lucien voor het waterschap doorloopt op zoek naar de meest kansrijke gebieden voor natuurvriendelijke oevers.

1. Werkgebied bepalen

Verspreid door het gebied van Rivierenland heeft het waterschap 25 trajecten (langs iets meer dan 38 km watergang) gedefinieerd waar de mogelijkheden bekeken worden voor de aanleg van een natuurvriendelijke oever.

RPS-artikel-natuurvriendelijke-oevers-trajecten_werkgebied

2. Belemmeringen bepalen

Van wegen en bomen tot kabels en leidingen. Van archeologie tot beschermde dijkzones. Soms moet data nog geconverteerd worden om bruikbaar te zijn binnen GIS (kabels- en leidingen) of moet het handmatig doorlopen worden (bestemmingsplannen van ruimtelijkeplannen.nl) om te kunnen gebruiken. De mate van belemmering door de ligging van kabels- en leidingen kan niet geautomatiseerd worden: daarbij zijn zoveel variaties denkbaar, dat blijft een menselijke afweging. Als alle data uniform is kan het gecombineerd worden.

RPS-artikel-natuurvriendelijke-oevers-belemmeringen-diverse-lagen
De belemmeringen inladen en categoriseren.

3. Belemmeringen prioriteren

Van grof naar fijn betekent in vijf opeenvolgende stappen de eventuele belemmeringen prioriteren. De stap waarvan je verwacht dat daarbij de meeste percelen afvallen komt eerst, zodat er in de volgende stap minder werk verricht hoeft te worden.

  1. Fysiek bovengronds
  2. Fysiek ondergronds
  3. Dijkbeschermingszones
  4. Cultuurhistorie
  5. Planologie en archeologie

4. Stappenplan doorlopen

Stap 1: Fysieke bovengrondse belemmeringen

Vanuit de open dataset van de overheid (BGT) zijn diverse fysieke bovengrondse belemmeringen getraceerd. Deze dataset is gecombineerd met het zoekgebied dat wordt opgeknipt.

RPS-artikel-natuurvriendelijke-oevers-belemmeringen

Stap 2: Fysieke ondergrondse belemmeringen

Met een KLIC (Kabels- en Leidingen informatiecentrum) oriëntatiemelding wordt de ligging van kabels en leidingen in het zoekgebied opgevraagd en omgezet naar een GIS-bestand. Afhankelijk van de ligging van kabels en leidingen valt een perceel af.

artikel-natuurvriendelijke-oeversVoorbeeld ligging kabels en leidingen. De groene percelen laten duidelijk zien dat de ligging van een leiding dwars op het perceel (riool-persleiding) geen grote belemmering vormt. De kabels en leidingen langs de weg zijn dusdanig talrijk dat die percelen afvallen.

Stap 3: Ligging dijkbeschermingszones

Waterschap Rivierenland verstrekt de dataset ‘Zonering Waterkering Regionaal’. De ligging van de percelen is hieraan getoetst. De percelen die in de beschermingszone liggen, worden uiteraard niet meegenomen.

artikel-natuurvriendelijke-oevers-Beschermingszone

Stap 4: Cultuurhistorische belemmeringen

Waterschap Rivierenland verstrekt de dataset ‘Wieg van het waterschap’. De ligging van de percelen is getoetst aan de lijnvormige elementen. Het enige element dat kruist met de percelen, is het kenmerk ‘Bestaande kade’. Percelen die hier in liggen, vallen af.

Stap 5: Planologische belemmeringen

Voor elke locatie in Nederland is in een wettelijk bindend bestemmingsplan per gemeente beschreven welke functies en gebruik toegestaan zijn. Deze bestemmingsplannen zijn allemaal verzameld op de website ruimtelijke plannen.nl. De webservice van ruimtelijke plannen is over de percelen heen gelegd om de toegestane functies en archeologische belemmeringen te controleren. Een natuurvriendelijke oever past bijvoorbeeld niet binnen de bestemming ‘verkeer’, maar wel binnen agrarisch; in het eerste geval valt het perceel af, in het tweede geval niet. In de dubbelbestemming zijn de archeologische belemmeringen (zoals: niet dieper afgraven dan 30 cm) weergegeven. Deze zijn genoteerd.

BIJLAGEDETAILS RPS-artikel-natuurvriendelijke-oevers-plano

5. Opgeleverde product

Aan het eind van stap 5 is de definitieve selectie voor een aankoopadvies helder. Ook is er een reserveselectie. Die bestaat uit percelen die goed scoren, maar alleen in de laatste stap (planologie) allemaal een extra belemmering op het gebied van archeologie hebben. Dit betekent voor veel percelen een extra belemmering, maar is geen onderscheidend kenmerk waardoor ze af zouden vallen.

6. Conclusie

Het waterschap heeft onderstaande conclusietabel gepresenteerd gekregen. 1/3 van de percelen valt nu al af. De grondverwervers hoeven de perceeleigenaren van deze locaties niet meer te benaderen. Ze hebben hun pijlen gericht op de kansrijke selectie (17% van het totaal). De overige percelen zijn redelijk geschikt, maar ze hebben allemaal een archeologische beperking, in meer of mindere mate. Hier kan het waterschap zelf bepalen hoeveel moeite ze erin steken, afhankelijk van de welwillendheid van de perceeleigenaren.

artikel-natuurvriendelijke-oevers-Selectie_NVOs

Opvallende projectstatistieken

Het project leverde bijzondere getallen op, wetenswaardig om te benoemen.

59

Losse kaartbladen opgeleverd.

30

Aanvragen KLIC-oriëntatiemelding.

4264

Kilometers aan kabels en leidingen zijn digitaal opgevraagd en geconverteerd

38

Aantal kilometers langs watergang dat verspreid door het te onderzoeken gebied is gedefinieerd.

RPS-artikel-natuurvriendelijke-oever

 

Meer informatie

Ook op zoek naar de beste plek voor de aanleg van uw natuurvriendelijke oever? Neem contact op met Lucien Aspeling of kijk voor meer informatie op de dienstenpagina van Geo-informatie.