Stof tot nadenken voor inspectie SZW
Directeur Nicole Kroon: “Bedrijven motiveren en inspireren met goed verhaal.
Terwijl Zembla in haar uitzendingen de ene na de ander potentieel kankerverwekkende stof bloot legt naar de consument, roeit Inspectie SZW met de riemen die ze heeft. Directeur Nicole Kroon vertelt over de wil om te focussen, leren en innoveren.
Kan ik me als voetbaltrainer nog veilig op kunstgras begeven? Loop ik als bakker risico op asbestkanker door verouderde ovens? En hoe zien mijn bloedwaarden eruit als ik bij de productie van pannen met antiaanbaklaag jarenlang ben blootgesteld aan de giftige stof PFOA? Blootstellingsissues zijn voer voor maatschappelijke onrust en discussie. Meer dan ooit druppelen ze door tot in de Haagse politiek. Juist daar uitten Tjibbe Joustra, voorzitter van de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV) en oud-voorzitter Pieter van Vollenhoven onlangs hun zorgen over hoe de inspectie is geregeld in Nederland. Openlijk vroegen zij zich af of er sprake is van een gebrek aan kwaliteit, onafhankelijkheid, of dat er op het externe toezicht te voorbarig bezuinigd is.
Uitdaging
Nicole Kroon, met ingang van maart 2016 benoemd op de functie van directeur van de directie Major Hazard Control (MHC) en de directie Werk en Inkomen (W&I) bij de Inspectie SZW, lijkt momenteel dus niet te benijden. Handjes om daadkrachtig en pragmatisch in te spelen op recente blootstellingsissues kunnen er binnen haar organisatie nooit genoeg zijn. Daar komt bij dat de productieprocessen van bedrijven die onder haar scope vallen er niet eenvoudiger op worden. Maar aan tafel een vrouw die juist energie krijgt van deze uitdagingen. “Uiteraard kan én moet het altijd beter. Binnen de kaders van de wetgeving doen we met omgevingsdiensten, veiligheidsregio’s en externe partners wat binnen onze mogelijkheden ligt. Daarbij geloof ik dat het uitdelen van boetes de laatste stap is. Liever richten we ons op het beïnvloeden van werkgevers om werknemers veilig en gezond te laten werken”, klinkt het stellig.
“Uiteraard kan én moet het altijd beter. Binnen de kaders van de wetgeving doen we met omgevingsdiensten, veiligheidsregio’s en externe partners wat binnen onze mogelijkheden ligt. Daarbij geloof ik dat het uitdelen van boetes de laatste stap is. Liever richten we ons op het beïnvloeden van werkgevers om werknemers veilig en gezond te laten werken”, klinkt het stellig.
Hoewel de naam anders doet vermoeden, voert Inspectie SZW haar toezicht niet alleen uit via inspecties. Nicole vertelt over het inzetten van andere interventies, zoals het geven van voorlichting aan branches en het daarmee creëren van bewustwording. Of het bewegen van branches om te investeren in het opstellen van veilige werkwijzen. Zelf ontwikkelde Inspectie SZW al een zelfinspectietool waarmee bedrijven in vier stappen controleren of het er in hun organisatie gezond en veilig aan toegaat.
Focus
Ruim zevenhonderdduizend bedrijven in Nederland vallen onder het toezicht van Inspectie SZW. Het inzetten van de beschikbare 1100 mensen binnen de Inspectie vindt risicogestuurd plaats. Speciale aandacht vragen de vierhonderd bedrijven waar grote hoeveelheden gevaarlijke stoffen aanwezig zijn bóven een bepaalde drempelwaarde. Ze vallen onder het zogenaamde Besluit Risico’s Zware Ongevallen (BRZO). Risico- en omgevingsanalyses en signalen uit het veld geven richting aan de prioriteiten.
Ook de Storybuilder-methodiek geeft volgens Nicole waardevolle input. In opdracht van het RIVM analyseerde RPS met dit model vanaf 2004 ruim driehonderd incidenten als gevolg van het vrijkomen van gevaarlijke stoffen met als doel ervan te leren. Inspectie SZW bouwt met deze informatie gestaag aan een database. Nicole: “Aan de hand daarvan bekijken we waar de meest hardnekkige problemen zitten en bepalen we mede de inzet van de programma’s en focusgebieden.”
CMR-stoffen
Met programma’s voor onder meer asbest, metaal, grond-, weg- en waterbouw en gevaarlijke stoffen geeft Inspectie SZW richting aan haar missie voor gezond en veilig werken. Binnen deze programma’s kiest zij jaarlijks focusgebieden. “In 2017 richten we ons explicieter op de blootstelling aan de carcinogene, mutagene en reprotoxische (CMR) stoffen die kanker kunnen veroorzaken of voor de voortplanting giftig zijn. We willen naar zero blootstelling”, licht Nicole alvast een tipje van de sluier op.
Arbeidshygiënist Mieke de Jong schuift aan. Ze vertelt dat Inspectie kiest voor maximaal vijftien CMR-stoffen die het meest frequent voorkomen en waaraan een grote groep werknemers wordt blootgesteld. “Eerst moeten we nog een definitieve beslissing nemen welke dat zijn. Daarna onderzoeken we gericht hoe ver branches al zijn in het beheersen daarvan en welke interventies wij kunnen inzetten voor een verdere reductie van die blootstelling. Met een goed verhaal verwachten we bedrijven te inspireren tot een zwaarder gevaarlijke stoffenbeleid.”
Drones
Als tweede focuspunt in 2017 benoemt Nicole verouderde systemen. “Veel bedrijven uit de chemische sector zijn ontstaan in de jaren zestig en krijgen te maken met gedateerde installaties. Daarom gaan we nadrukkelijker inzetten op de bewustwording en aanpak daarvan. Hoe? Daar kan ik nog niet concreet op ingaan. Wel vind ik dat vaak heel makkelijk wordt gezegd dat bedrijven economische belangen laten prevaleren boven veiligheid. Ik zie ook vaak het tegenovergestelde. Uit de trends merk je dat de meeste ongevallen te relateren zijn aan de veiligheidscultuur. Wat wordt er van de medewerkers verwacht en hoe stuurt en toetst het bedrijf daarop?”
“Technologische ontwikkelingen stellen nieuwe eisen aan werkgevers en toezicht. De inzet van drones biedt bijvoorbeeld mogelijkheden om in een tank nauwlettender de levenscyclus te bepalen. Meer dan ooit verwacht ik dat inspelen op deze innovaties en lessen uit het verleden de kaders voor de toekomst worden.”