Kracht van infrastructuur ligt in de verbinding

21.12.16

Hoogleraar Marcel Hertogh over de evolutie van assetmanagement

 

Hij is topadviseur bij Rijkswaterstaat en oprichter van verschillende kennis- en netwerkorganisaties in de wereld van complexe infraprojecten. Zijn leerstoel, Integraal ontwerp & beheer gaat over de toekomst van onze infraprojecten. Aan het woord is professor doctor ingenieur Marcel Hertogh. Zijn motto: ”De kracht van infrastructuur ligt in de verbinding.”

Modern onderhoud

‘Aquaeductu Urbis Romae’. Komt de titel u bekend voor? Het is het allereerste boek uit het jaar 97 in de eerste eeuw dat ooit is geschreven over onderhoud en assetmanagement. Vrij vertaald betekent het: ‘Over de aquaducten van de stad Rome’. Beheerder Sextius Julius Frontinus van het waterbedrijf van Rome liet in het boek zijn licht schijnen over een indrukwekkend staaltje bouwkunst. Dagelijks stroomde ruim vijfhonderdduizend kubieke meter water Rome binnen. Dit gebeurde via negen aquaducten, waarvan er vier tachtig kilometer lang waren. Hiervoor gebruikte Frontinus alle basisprincipes van modern onderhoud die hij beschrijft in zijn boek.

Van oudsher hebben wij veel geleerd van de oude Romeinen over het bouwen van wegen, bruggen en gebouwen. Vooral na de Tweede Wereldoorlog was er een enorme piek in de aanleg van civiele infrastructuren. Ruim vijftig jaar na deze piek ligt er een enorme renovatie-opgave in het verschiet. Maar hoe kunnen we de bestaande infrastructuur het beste aanpassen aan de huidige wensen van de samenleving, waarin duurzaam en klimaatadaptief bouwen domineert?


Professor doctor ingenieur Marcel Hertogh met op de achtergrond de Galecopperbrug bij Utrecht.

Omslag

De ogen van professor doctor ingenieur Marcel Hertogh beginnen te twinkelen als deze vraag ter sprake komt. De hoogleraar houdt zich het liefst bezig met het organiseren en realiseren van dit soort opgaven. Hoe complexer, hoe beter. Liefst in een drukke omgeving. Er zijn weinig ingewikkelde infraprojecten in Nederland, en zelfs in Europa, waar hij niet bij betrokken is geweest. Als onderzoeker, adviseur of zelfs in de rol van projectdirecteur. “Assetmanagement loopt als een rode draad door onze geschiedenis. Maar de professionaliseringsslag naar duurzaam en flexibel bouwen is nog relatief jong. Terwijl de vervangingsopgave die eraan komt vrij fors is”, begint hij zijn verhaal.

Rijkswaterstaat

De landelijke, provinciale en gemeentelijke beheerorganisaties mogen dus aan de bak. Om te beginnen met het in kaart brengen en ontwikkelen van de huidige assets. “Daarnaast is het streven de gewenste prestatie te halen met zo weinig mogelijk middelen. Daar zijn we bij Rijkswaterstaat al met geavanceerde berekeningen tot 2050 mee bezig.”

De uitdaging is dat we met onze functionele wensen steeds meer aanlopen tegen de technische mogelijkheden. Bovendien neemt het vlieg-, weg- en scheepvaartverkeer toe. Het wordt er niet makkelijker op? “Dat klopt. Van oudsher zien we de vervangingsopgave vanuit een meer individueel beheerperspectief. Wat heb ik? Wat is de prestatie die ik wil realiseren? Tegen welke kostprijs? En welke risico’s accepteer ik daarbij? Waar we naartoe moeten is dat je bij de vervangingsopgave meer kijkt naar het maatschappelijk perspectief, zodat ook de omliggende omgeving profiteert.”

Sluizen en stuwencomplex in de Maas in Lith.

Discussie

Marcel noemt het project bij de Maas als voorbeeld. Zeven stuwen die al bijna honderd jaar oud zijn, moeten de komende twee decennia vervangen worden. Reden: de betonconstructie is verouderd. “Uiteraard kun je deze waterwerken één-op-één vervangen. Maar je kunt het complete systeem ook in één keer optimaliseren”, legt Marcel uit.

“Wellicht kun je met minder waterwerken toe als je het anders inricht. Interessant is om te onderzoeken of we extra functionaliteiten kunnen toevoegen. Maak bijvoorbeeld een duurzame energiecorridor met de regio. Of kijk naar het verder ontwikkelen van ecologische zones. Door dit programmatisch aan te pakken, leer en innoveer je tijdens zo’n proces. Dat onderzoeken we bij de Bouwcampus met betrokken partijen.”

Ruimte voor de Rivier

De hoogleraar ziet volop kansen om de vervangingsopgave te benutten voor een betere infrastructuur die flexibeler met de toekomst meebeweegt. Hij spreekt daarom niet over een vervangings-, maar transformatieopgave. Het programma Ruimte voor de Rivier, dat op dertig plaatsen binnen Nederland moet zorgen voor een veiliger riviergebied, bewijst dat dit niet altijd gepaard hoeft te gaan met technologische hoogstandjes. Ook in de procesmatige aanpak kun je innoveren.

Waar je dijken normaliter verhoogt om ze sterker te maken, verbreed je nu de rivier door het graven van geulen. “Daarmee realiseer je bij een bepaalde waterstand meer afvoercapaciteit. Je geeft de rivier ruimte in te spelen op de klimaatverandering en realiseert tegelijkertijd een aantrekkelijkere leefomgeving met natuur en recreatie. Door bewoners hier vroegtijdig bij te betrekken, geef je samen vorm aan de toekomst”, aldus de professor, voor wie de infrastructuur verbindend werkt.

Gestapelde tunnel

De blik van Marcel richt zich even naar buiten op de Galecopperbrug. Er wordt druk gewerkt aan de op één na drukste brugverbinding van Nederland. RPS verzorgt er deformatiemetingen om verschuiving van de grond en constructies tijdens de renovatie te monitoren. Naast groot onderhoud wil Rijkswaterstaat de vermoeiingsverschijnselen in het wegdek aanpakken en de brug ophogen om in de toekomst hogere schepen te kunnen laten passeren. “Een mooi voorbeeld hoe je meerdere beheerperspectieven kunt combineren”, vindt de professor.

Wat dat betreft vindt hij het verstevigen van de Afsluitdijk als gevolg van de klimaatverandering ook illustratief.  “Er zijn uitgewerkte ideeën om de waterkering een scala aan extra functies te geven. Neem Blue Energy. Daarmee wek je energie op door zoet en zout water met elkaar in contact te brengen. Als die innovatie lukt, beweren onderzoekers dat je daarmee zelfs de drie noordelijke provincies van energie kunt voorzien.”

Overigens zie je dit soort ontwikkelingen volgens Marcel ook bij nieuwbouwprojecten, zoals de Groene Loper bij de A2 in Maastricht. Met een gestapelde tunnel wordt tachtig procent van het verkeer onder de grond geleid en ontstaat bovengronds een aantrekkelijk woonerfklimaat met een langgerekte, intieme bomenlaaf. “Een mooie combinatie van een betere verkeersveiligheid en leefbaarheid. Ik denk dat we in internationaal perspectief goed bezig zijn met onze gedegen en creatieve interactieve aanpak.”

Werkzaamheden in de tunnel voor het plan ‘De Groene Loper’ bij de A2 in Maastricht.

Innovatieve duurzaamheidsinitiatieven

De bredere blik rondom assetmanagement heeft ook gevolgen voor de inrichting van het onderwijs. Nieuwe talenten moeten worden klaargestoomd om de professionaliseringsslag binnen Nederland vorm te geven. Marcel heeft het over het opleiden van zogenaamde T-shape professionals. “Onze TU-studenten hebben technische kennis nodig, maar we leren ze ook in de breedte te kijken. Daarmee bedoel ik dat ze ook oog hebben voor de belangen van andere stakeholders en moeten kunnen samenwerken met allerlei specialisten.” Binnen alle innovatieve duurzaamheidsinitiatieven zoeken Rijkswaterstaat, provincies, gemeenten, ingenieurs- en adviesbureaus elkaar immers nadrukkelijker op. “Als ik daarin één ding heb geleerd, is het dat je verrast wordt door oplossingen van aannemers en adviesbureaus. Voorwaarde is wel dat je ze op de juiste manier triggert en daarvoor de ruimte geeft.”

Prikkelen

Als voorzitter van het duurzaamheidsteam voor het project Rotterdamse Baan prikkelde hij aannemers met inspirerende best practices op het gebied van duurzaamheid. Denk aan een tunnel waarin wind mee wordt opgewekt om autobrandstof te besparen. Of een tunnelproject uit Japan waarbij negentig procent stikstofdioxide wordt verwijderd door kaliumhydroxide te combineren met elektrostatische filters. Droomscenario is als de tunnel een zuivere long wordt in de stad waar schonere lucht uitkomt dan de omringende lucht.”

Beheerders als Rijkswaterstaat, ProRail, Alliander en Schiphol moeten volgens Marcel de kartrekkers zijn om aannemers, advies- en ingenieursbureaus tot dit soort initiatieven uit te dagen. Vervolgens is het aan hen zich te onderscheiden met duurzame oplossingen voor een mooier, gezonder en veiliger Nederland.