Het roer om door nieuwe dijknormen

18.03.18

Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard wil inzicht in bodemdetails

 

Met de nieuwe waterveiligheidsnormen voor dammen en dijken voegt Nederland in 2017 een nieuw hoofdstuk toe aan onze eeuwenoude relatie met het water. Mieke Huisman en Jaap Stoop van Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard vertellen hoe zij daarmee omgaan binnen een laagveengebied

Eén blik naar de Hollandse IJsseldijken zegt genoeg om de gevolgen van het zakken van de veenweidegebieden te illustreren. In dit westelijk deel van Nederland zijn de contouren van de primaire waterkeringen door de slappe veenbodem grillig, hobbelig, soms uitgezakt. Hier werkt het hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard aan een langdurend en ingrijpend dijkversterkingsproject, voert het grondonderzoek uit en beoordeelt het de keringen.

Wettelijk Beoordelingsinstrumentarium (WBI)

Ruim zeventig kilometer aan kering wordt de komende zes jaar opnieuw beoordeeld. Dit gebeurt op basis van het nieuwe Wettelijk Beoordelingsinstrumentarium (WBI) dat op 1 januari 2017 is vastgesteld door de Rijksoverheid. Bij deze benadering wordt niet alleen gekeken naar de kans op een overstroming, ook de gevolgen worden meegewogen. Oftewel, waar een dijk voorheen een APK-toets onderging, staan bij de nieuwe beoordeling de overstromingsrisico’s van het achterland centraal.

Dit betekent dat de dijken aan nieuwe en veelal strengere eisen moeten voldoen die beter passen bij de ervaring en ontwikkelde kennis over overstromingsrisico’s. Uit de eerdere landelijke toetsronde bleek dat de stabiliteit van de dijken langs de Hollandsche IJssel over grote lengte niet voldoet aan deze veiligheidsnorm.

Spannend

Voor het tien kilometer lange dijktraject tussen Gouderak, Ouderkerk aan den IJssel en Krimpen aan den IJssel zijn de versterkingen zelfs al in voorbereiding. “Deze kering was in de tweede toetsronde al afgekeurd op binnenwaartse macrostabiliteit. Daarbij bestaat de kans dat de grond aan de binnenzijde van de dijk afschuift”, legt Jaap Stoop, beleidsadviseur waterkeringen bij hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard uit.  “Binnen deze voorbereiding is, vooruitlopend op het nieuwe WBI, een herbeoordeling van dit dijktraject uitgevoerd. Daarbij hielden we al rekening met de nieuwe inzichten van de normen. Dat was spannend. Heel Nederland keek mee.”

Black box

Naast de nieuwe veiligheidsnorm is de overgang naar een ander sterktemodel voor de beoordeling van de macrostabiliteit één van de ingrijpendste veranderingen binnen het nieuwe WBI. Met gedetailleerde grondonderzoeken wil het hoogheemraadschap een nauwkeurig en gedetailleerder beeld van de gesteldheid van de IJsseldijk krijgen. De combinatie RPS en Lankelma-Zuid die de onderzoeken uitvoert, stelde hiervoor een plan op.

Mieke Huisman, beleidsmedewerker waterkeringen bij het hoogheemraadschap:  “Voorheen namen we monsters en kreeg je na analyse een indicatie hoe sterk bijvoorbeeld een klei- of veenlaag is. Met de nieuwe normen en rekenregels willen we preciezer weten hoe de grond bezwijkt en welke sterkte je daaraan kunt toekennen. Dat betekent dat we onze belangrijkste sterkteparameters veen en klei opnieuw moeten bepalen.”

Mede door de nieuwe beoordelingssystematiek kiest het hoogheemraadschap voor een verfijndere onderzoeksopzet. “In het verleden voerde je bij een dijktraject van tien kilometer op vier plekken stabiliteitsberekeningen uit. Nu willen we om de honderd meter gegevens over de ondergrond hebben. De uitkomsten kunnen we zowel voor het berekenen van de binnen- als buitenwaartse stabiliteit gebruiken”, aldus Mieke.
Geotechnisch adviesbureau Lankelma is bezig met een sondering op de Hollandsche IJsseldijk.

Speciale (reken)software

Het hoogheemraadschap voerde met RPS in 2016 een generale repetitie uit om het nieuwe conceptinstrumentarium in de praktijk te oefenen. Waterkeringbeheerders kunnen bijvoorbeeld gebruikmaken van speciale (reken)software om de uitkomsten van het grondonderzoek volgens de nieuwe maatstaven te interpreteren. Hiervoor is gebruikgemaakt van bestaande, realistische data in een projectgebied vlak voor de stormvloedkering in de Hollandse IJssel.

Hoewel de generale repetitie het hoogheemraadschap de nodige inzichten heeft gegeven in de nieuwe systematiek blijft het voor Mieke nog een black box. “De nieuwe waardes zijn lastig te interpreteren, omdat je nog niet precies weet waar de nieuwe getallen op zijn gebaseerd. Als we er straks in het echt mee gaan werken, hebben we ook aanvullende bodemgegevens en sterkteparameters nodig om tot de hogere dichtheid te komen. Belangrijke meerwaarde is dat je straks op elke plek in de kering een actueel inzicht hebt in de sterkte in plaats van alleen op de spannende plekken waar je voorheen mee rekende.”

Klimaatverandering

Consequentie is wel dat van waterschappen meer verlangd wordt om de data op orde te krijgen én te houden. Bestaande grondgegevens zitten vaak nog in archieven, of ze zijn nog niet in het juiste format gedigitaliseerd om met het nieuwe instrumentarium te kunnen werken. Bovendien vereist het verdichten van het grondonderzoek de nodige arbeid. Uiterlijk in 2023 moet alle data verzameld zijn.

“Dit vereist het tienvoudige aan inspanning”, verwacht Jaap. “Maar als je altijd en overal een actueel inzicht hebt, zal het zich terugbetalen. Verandert bijvoorbeeld de buitenwaterstand, of wil je kijken wat er gebeurt als je een hogere belasting opvoert? Dan is het een fluitje van een cent dit op elke plek door te rekenen.”

Volgens de beleidsadviseur een interessante ontwikkeling bij het doorrekenen van verschillende klimaatsveranderingsscenario’s en wat voor invloed deze dan hebben op de beoordelingsresultaten. “Vergelijk een luchtfoto uit de jaren zestig met die van nu en je merkt dat de beschermende waarde van dijken fors is toegenomen. De normering die we hadden was gedateerd. De kerngedachte achter het nieuwe beoordelingsinstrumentarium komt daarom als geroepen!”