Alle hens aan dek voor asbestbranche

04.10.13

Verlaagde grenswaarden, strengere eindcontroles.

Als het gaat om de blootstelling aan asbest in de hoogste risicoklasse zal Nederland naar verwachting vanaf begin 2014 bij de eindcontroles het strengst toetsen van heel Europa. Asbestexpert Jan Tempelman van TNO legt uit wat dit betekent voor de branche en de weg naar een asbestvrije toekomst.”

rps-alle-hens-aan-dek-voor-asbestbranche-jan-tempelman-5.1
Asbestexpert Jan Tempelman

De mailbox van Jan Tempelman stroomt langzaam vol. Zijn telefoon rinkelt af en toe. Dikke dossiers sieren zijn bureau in het noodgebouw van zijn werkgever TNO. Dé asbestexpert van Nederland heeft het er maar druk mee. Vorige maand is de nieuwe norm voor de eindcontrole op asbestverwijdering (NEN 2990) ingegaan, en in 2014 wordt de verlaging van de grenswaarden voor asbest in de hoogste risicoklasse verwacht. Ondanks de hectische periode oogt Tempelman ontspannen. “In 2013 is meer gebeurd dan in de laatste tien jaar bij elkaar.”

Risicoklasse 3

Dat mag voor een belangrijk deel op conto van de Gezondheidsraad worden geschreven. Zij drongen met hun adviesrapport in 2010 al aan op het verscherpen van de grenswaarden. De verlaging van de grenswaarde was voor Ascert (Stichting Certificatie Asbest, red.) en het ministerie van SZW aanleiding om het gehele systeem van asbestsanering weer eens grondig tegen het licht te houden. Vooral in de hoogste risicoklasse 3 moet iets gebeuren als het gaat om de emissiebeperking in de afgesloten ruimten tijdens het saneerproces. Dat kreeg weinig aandacht, omdat de focus altijd lag op de situatie ervoor en erna. Voor wat betreft de beperkt risicosaneringen (klasse 1 en 2, red.) was er weinig nieuws onder de zon.

Hoezo?

De normen die we sinds 2005 voor het beoordelen van milieusituaties hanteerden kwamen al enigszins overeen met de door de Gezondheidsraad voorgestelde grenswaarden. Officieel lag de grenswaarde voor blootstelling op de werkplek zelfs al een stuk hoger maar gingen we in de praktijk vaak al van lagere waarden uit.

Ondanks de noodzaak hebben de nieuwe grenswaarden voor de hoogste risicoklasse nog drie jaar op zich laten wachten?

Dat is niet ongebruikelijk bij zo’n proces, omdat je dat goed moet onderbouwen. We leven immers in een ‘polderland’. Het adviesrapport dat TNO samen met RIVM heeft geschreven om de praktische consequenties van de adviezen van de Gezondheidsraad in kaart te brengen moest eerst door allerlei betrokken instanties beoordeeld worden.

Verwacht u nog scherpere grenswaarden in de toekomst?

Dat denk ik niet, want dan kun je het ook niet meer controleren, 300 vezels per m3 is zo’n beetje de ondergrens.

rps-alle-hens-aan-dek-voor-asbestbranche-5-2
300 vezels per m3 is zo’n beetje de ondergrens van wat te controleren is.

Als die grenswaarden zo scherp zijn, werkt u mogelijk wel een vlucht in illegaliteit in de hand?

Dat is één van de redenen waarom het zo lang heeft geduurd. Je kan de sector safe maken, maar als het effect is dat er uit kostenoverwegingen golfplaten met asbest in de sloot gedumpt wordt, dan bereiken we precies het tegenovergestelde. Als de doelstelling is om blootstelling te voorkomen, moet je het zo goedkoop mogelijk maken. Bijvoorbeeld door het via de gemeente te laten doen. Misschien weegt dat op tegen de kosten die je maakt voor het opruimen als gevolg van illegale praktijken. Maar dat is een politieke discussie waar ik me liever niet mee bemoei. Wij kiezen er nu bewust voor in te zetten op de kwaliteitskant.

In hoeverre hebben jullie daarbij gekeken naar andere landen?

NEN 2990 is een typisch Nederlands product. Maar Duitsland was voor ons een mooi voorbeeld als het gaat om het toepassen van elektronenmicroscopische analyse (SEM) bij de eindcontrole. Met een elektronenmicroscoop kunnen vezels nog beter worden gedetecteerd. SEM wordt bij de eindcontroles in klasse 3 verplicht in Nederland en je ziet dat steeds meer landen er mee gaan werken. Als de nieuwe grenswaarden operationeel zijn, toetst Nederland in de hoogste risicoklasse het strengst van Europa.

Leidt dat op termijn tot een asbestvrije toekomst?

Ik verwacht dat we over vijftien jaar ongeveer vijfennegentig procent van de asbest op de locaties verwijderd hebben. Maar het enige wat we dan hebben gedaan is asbest verplaatsen van een hoog naar een laag risicogebied. Als je die ruimte op de stortplaatsen straks nodig hebt, dan zal door een proces van verhitting het asbest definitief onschadelijk gemaakt moeten worden. Dat zie ik voorlopig niet gebeuren.

U gaat over twee jaar met pensioen. Welk advies wilt u de branche nog meegeven?

Ik zou de mensen willen motiveren kritisch naar de werkwijze te kijken. Bij het SC530 certificaat zijn we bijvoorbeeld goed in het beschrijven van procedures, maar het praktisch verwijderen van asbest blijft toch wat onderbelicht. We moeten meer naar waar het echt om draait. Dat is het voorkomen van blootstelling aan asbest en niet dat “kruisjes op de juiste plek staan.”